Stadsleven ‘After Dark’ onderzoekt de stad bij nacht. Voor een aantal dieren begint hun dag pas ’s nachts. Anneke Blokker, stadsecoloog van de Dienst Ruimtelijke Ordening in Amsterdam, schreef een column over hèt stadsnachtdier bij uitstek: de vleermuis.
40.000 vleermuizen in Amsterdam = 3000 insecten minder
Van de 20 soorten vleermuizen in heel Nederland, komen acht soorten voor in Amsterdam. In totaal leven er waarschijnlijk zelfs 40.000 vleermuizen in deze stad. Dat is heel gunstig voor de Amsterdammer. Een vleermuis vangt namelijk gemiddeld 3.000 insecten per nacht, inclusief die vervelende steekmuggen. Gratis insectenverdelging dus. Ook zijn ze, in tegenstelling tot de mythe van Bram Stoker, niet gevaarlijk; de Nederlandse vleermuis is niet bloeddorstig (slechts mugzuchtig) en vliegt geen donkerblonde dames in de haren.
De meest voorkomende soort in de stad, de gewone dwergvleermuis, is zo klein dat hij met gemak in een klein luciferdoosje past. Deze soort heeft dus geen enkele moeite om via een smal ventilatierooster toegang te vinden tot een spouwmuur. Spouwmuren zijn de favoriete hanglocaties van vleermuizen, overdag vinden zij hier hun plek om te slapen en de binnengehaalde insectenbuit te verteren.
Kunst en vliegwerk
Bijna overal in de stad kun je tussen de periode april-oktober vleermuizen waarnemen. De gewone dwergvleermuis heeft vaak al voldoende voedselaanbod in de gemiddelde binnentuin van een woonblok en is daarom nagenoeg overal te zien. Zelfs in hartje binnenstad. In de avondschemer onderscheiden de acrobatische duikvluchten, die soms ook plaatsvinden op ooghoogte, zich van de gierzwaluw of de merel. Twee soorten waarmee foeragerende dwergvleermuizen nog wel eens worden verward. Ook onderscheidt de gewone dwergvleermuis zich hiermee van zijn grotere collega’s, zoals de rosse vleermuis. Deze soort is ongeveer net zo groot als een volwassen merel en vliegt -in tegenstelling tot de gewone dwergvleermuis- hoog en rechtlijnig. De rosse vleermuis heeft wel wat meer variatie aan insecten nodig en is daarom vaker waar te nemen in bijvoorbeeld het Amsterdamse Bos.
De batdetector
Als stadsecoloog doe ik veel onderzoek naar belangrijke kolonieplaatsen (kraamkolonies, winterverblijven) van vleermuizen. Vleermuizen en hun verblijfplaatsen (spouwmuren, boomholtes, vliegroutes) zijn namelijk beschermd. Bij geplande sloop-, renovatie-, of kapwerkzaamheden onderzoek ik met behulp van een batdetector of het betreffende object vleermuisvrij is. Zo weet de initiatiefnemer óf en op welke manier er moet worden gecompenseerd en kan tijdig worden geanticipeerd om zo vertraging en onnodige extra kosten in het planproces te voorkomen. Een belangrijke rol dus binnen de ruimtelijke ordening en in het belang van ons allen; zonder die vleermuizen zouden wij per inwoner van Amsterdam maar liefst 19.000 insecten per jaar rijker zijn!
Wilt u beschikken over uw eigen milieuvriendelijke insectenverdelgingsvoorziening? Zorg ervoor dat (een deel van) de spouwmuur aan de zonnezijde toegankelijk is of hang een vleermuiskast aan de gevel.
Meer lezen?
Klik door naar ons dossier ‘Stadsleven ‘After Dark’ voor meer blogs en columns over dit onderwerp. Lees meer over dieren in de stad in ons dossier Stadsleven ‘Natuur(lijk) de stad’.