De stad is van stenen én van pixels. Wat doet de digitale technologie met het leven, en het samenleven, in de stad? Een interview door Tracy met Ger Baron, sinds een klein jaar chief technology officer van Amsterdam.
Iedereen heeft het over de smart city – is de stad van vóór het digitale tijdperk dan dom?
Baron: ‘Als je eerlijk bent is de traditionele stenen stad vaak wel dom, ja. Al driekwart eeuwen bouwen we gebouwen die maar één bestemming hadden en heel inflexibel zijn – en nu zitten we ermee in onze maag. Anders dan de grachtenpanden die zes, zeven, acht soorten gebruik hebben gekend hebben wij veel te lang monofunctionele kantoorpanden en ziekenhuizen gebouwd waar mensen zich niet prettig voelen.’
‘Gedwongen door de veranderende behoeften van mensen gaat de ‘stenen’ stad nu terug naar de situatie van drie-, vierhonderd jaar geleden. Het verleden is de nieuwe toekomst. Toen was het normaal dat mensen zich in wijken organiseerden, dat ze zelf initiatief namen. Dat is er in de Industriële Revolutie uit gemept. Nu in de derde revolutie, de digitale, gaan we weer terug naar de kleinschaligheid, de flexibiliteit, het human-centric. Technologie is helemaal niet onpersoonlijk, mensen krijgen juist veel meer invloed op hun omgeving.’
Is de ‘smart city’ niet vooral een marketingtruc van de grote IT-bedrijven?
‘Misschien een aantal jaar geleden nog wel, maar nu niet meer. De bedrijven die nu juist veel invloed hebben op het stedelijk leven, zoals Airbnb, Uber en Peerby, bestonden drie jaar geleden nog niet eens! Als we ergens ‘bang’ voor moeten zijn is het niet voor de klassieke grote bedrijven als Google of Cisco, maar juist voor de kleine disruptive nieuwe. Vroeger had je miljoenen nodig om een mainframe te bouwen en catalogi te drukken en kantoren te huren, nu ben je met een paar man en 20.000 euro in een koffietentje al live. Voor vijf dollar koop je al meer schijfruimte bij Amazon dan heel Amsterdam nodig heeft.’
Wat wordt de rol van de grote IT-bedrijven dan?
‘Zij worden de leveranciers van de grote indrastructuur op basis waarvan elke stad zijn eigen app store bouwt. De data komen in de cloud, de lokale toepassingen zitten in een app. Bedrijven als Nuon gaan het moeilijk krijgen. Vijftien jaar geleden leverde Nuon als enige energie in Amsterdam. Nu zijn er tientallen bedrijven en evenzovele buurtinitiatieven en energiecoöperaties. Mensen hebben veel meer keus.’
Heeft u ook bedenkingen bij de smart city?
‘Zeker wel. De keerzijde van zoveel keus is dat mensen daardoor de bomen door het bos niet meer zien. En zoals bij elke revolutie zijn er winnaars en verliezers. Bij de Belastingdienst gaan er 5000 mensen uit en komen er 1500 nóg hoger opgeleiden voor terug. Er is een kleine groep mensen met een hoge toegevoegde waarde en een grote groep met lage toegevoegde waarde. Zij zijn inwisselbaar. Dat gaat enorm veel sociale wrijving veroorzaken. De omgang met data, onze privacy, de verhouding van de individu tot het collectief – dat zijn vraagstukken die nog lang niet zijn opgelost.’
Meer lezen?
Klik door naar ons dossier ‘Stadsleven ‘De Digitale Ander’ voor meer blogs en columns over dit onderwerp