Pas op voor het isolatiekorset – Column Wilma Kempinga

Weg van het idealisme, duurzaamheid is iets geworden waar steden goed aan kunnen verdienen, een echte business opportunity. Waar liggen onze kansen? Wilma Kempinga, medeoprichter van stichting Mevrouw Meijer – een ideëel onderzoeksbureau voor scholen en architectuur -, schreef in haar blog voor Stadsleven Green Business over het verduurzamen van scholen.

Goedkoop is duurkoop

Een school is een belangrijk gebouw. Belangrijk voor kinderen, leraren, ouders en de samenleving. Schoolgebouwen verdienen zorgvuldige, liefdevolle aandacht. Dat geldt bij nieuwbouw, bij onderhoud en bij verbouwing, renovatie of transformatie. Zorgvuldigheid betekent dat je naar de school als geheel en naar de lange termijn kijkt, en dat je alle onderwijskundige, ruimtelijke en technische aspecten tegen elkaar afweegt.

De praktijk is anders. Verbrokkeld. Schoolgebouwen worden vaak ad hoc vertimmerd, en dat moet ook altijd snel en goedkoop. Het resultaat is al te vaak een lappendeken van botsende ingrepen. De uitkomst is niet alleen een slecht functionerend en lelijk gebouw, maar ook een patroon van penny wise, pound foolish, of in goed Nederlands: goedkoop is duurkoop.

Verbetering van binnenklimaat door ‘Frisse scholen’ 

Zeker, de bedoelingen zijn goed. Maar de weg naar het doel loopt vaak via de blikvernauwing van eenzijdige technische ingrepen en financiële schijnvoordeel. Twee voorbeelden zijn het programma ‘Frisse scholen’ voor verbetering van het binnenklimaat en het nieuwe ‘Scholen vol energie’ onder de vlag van verduurzaming.

Vroeger bleef een schoollokaal fris door ramen open te zetten. Deze effectieve low-tech-oplossing is zeldzaam geworden, onder meer door bezuiniging op het onderhoud van raamkozijnen en draaiende delen. Zoals te verwachten ging de luchtkwaliteit hard achteruit, er werd alarm geslagen, en het rijk kwam met het stimuleringsprogramma ‘Frisse scholen’. Geen ramen, maar geavanceerde luchtbewerkingsinstallaties. Die zijn dankzij subsidies goedkoop in aanschaf, maar ingewikkeld en duur in het gebruik. Het nut voor de scholen is dubieus. Per saldo betekent ‘Frisse scholen’ vooral een economisch steunbeleid dat de installatiebranche door de crisistijd hielp op kosten van het onderwijsbudget.

Beeld Wilma Kempinga

Zo kan het ook. Architecten ontwerpen de transformatie van een schoolgebouw waarin energie-eisen als integraal onderdeel zijn meegenomen. Dit ontwerp van Korth Tielens Architecten voor basisschool De Molenwiek Dalton in Haarlem Schalkwijk komt voort uit het ontwerpend onderzoek ‘Nieuw leven voor bestaande scholen in Haarlem Schalkwijk’ van Mevrouw Meijer in opdracht van de gemeente Haarlem.

‘Scholen vol energie’ onder de vlag van verduurzaming

En nu is er ‘Scholen vol energie’, bedoeld om schoolgebouwen energiezuiniger te maken en ‘nul op de meter’ te krijgen. Het goede nieuws is dat bestaande schoolgebouwen niet langer klakkeloos worden gesloopt en vervangen door nieuwbouw, onder het mom van energiebesparing. Het begint door te dringen dat behoud en verbetering van bestaande scholen uit duurzaamheidsoogpunt een betere keuze zijn dan sloop en nieuwbouw – en nog goedkoper ook.

Het slechte nieuws is dat ‘Scholen vol energie’ de scholen weer op een ééndimensionale manier aanpakt. En de financieringsconstructie is een variant op ‘koop nu, betaal later’, waar een schoolbestuur nog jarenlang aan vastzit.

Pas op, onderwijs is de essentie

Hoe werkt het? Het programma koppelt de school aan een bedrijf dat het gebouw helemaal inpakt in isolatiemateriaal. Dat kan in vier weken, dankzij het gebruik van prefab-elementen. Wat zo’n isolatiekorset met het aanzien en het eigen architectonische karakter van de school doet, laat zich raden. Scholen gaan nog meer op eenheidsworst lijken.

De school wordt bovendien functioneel bevroren. De ingreep kan alleen uit op voorwaarde dat er in de school daarna jarenlang niets verandert. Geen onderwijskundige vernieuwing met een ander ruimtegebruik, geen groei of krimp, niets. Geen maatwerk, geen participatie, geen integrale benadering, geen wezenlijke betrokkenheid van architecten. Maar welke school heeft die zekerheid voor tien jaar? Welke school wil in zo’n dwangbuis kruipen?

Als je niet oppast, moeten leerlingen en leraren zich voegen naar de installatieboer of het isolatiekorset. Maar luchtkwaliteit en energiegebruik zijn, hoe belangrijk ook, slechts bijzaken die dienstbaar behoren te zijn aan het onderwijs. Richt de denkkracht vooral op de hoofdzaken: het onderwijs, de kinderen en het schoolgebouw als een inspirerende pleisterplaats op hun weg naar de toekomst.

Meer lezen? 

  • Klik hier voor meer blogs en columns over Stadsleven ‘Green Business’