Weg van het idealisme, duurzaamheid is iets geworden waar steden goed aan kunnen verdienen, een echte business opportunity. Waar liggen onze kansen? Voor de Groene Amsterdammer van 13 april 2016 schreef Tracy Metz over de voor- en nadelen van deze Green Business.
Op zoek naar een nieuw verdienmodel
Binnen vijf, hooguit tien jaar is iedereen in Nederland zelfvoorzienend op energiegebied, daarvan is Harald Swinkels overtuigd. ‘Tegen die tijd zit het verdienmodel dus niet meer in het leveren van een eenheid energie.’ Zijn bedrijf NLE wacht dat niet af, maar komt met een nieuw businessmodel: behalve elektra en gas gaan ze ook telefoon, televisie en internet leveren. ‘We zijn eerst de strijd aangegaan met de traditionele energiebedrijven, nu gaan we de ingedutte markt van KPN en Ziggo opschudden.’
Duurzaamheid is mooi en nobel, en hard nodig, maar wil het niet in goede bedoelingen blijven hangen, dan moet het óók nog rendabel worden. Pas dan zullen zaken als energiebesparing en hergebruik van materialen the new normal worden voor bedrijven, steden en burgers. ‘In de groene hoek moest je altijd offers brengen’, zegt Swinkels, ‘maar de meeste mensen willen niet comfort inleveren voor een betere wereld. De kunst is om het comfort te verhogen én je bedrijf te laten floreren. Als je met duurzaamheid geld kunt verdienen zal die een veel grotere vlucht nemen dan wanneer je er offers voor moet brengen.’

Credits: Pieter Morlion
The Next Economy
Op mondiale schaal is het overduidelijk dat het loont, ook financieel, om de uitstoot van CO2 te verminderen. Niet alleen wordt daarmee schade voorkomen, maar de nieuwe economie schept ook investeringen en werk. Het thema van de komende Internationale Architectuur Biennale Rotterdam, die 23 april opent, is dan ook ‘The Next Economy’. Curator dit jaar is Maarten Hajer, hoogleraar Urban Futures in Utrecht en oud-directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving.
‘Van de steden die er in 2050 zullen staan moet bijna de helft nog worden gebouwd’, zegt hij. ‘Dat biedt ons wereldwijd de mogelijkheid om het beter te doen. In 2050 leeft zeventig procent van de wereldbevolking in steden. Waar halen ze straks hun water vandaan, hun voedsel, hun energie? Hoe voorkomen we dat plastic en geneesmiddelen in het drinkwater komen, in plaats van ze achteraf eruit te halen?’ Het gesprek gaat volgens Hajer nu nog te veel over Uber, Airbnb, de zelfsturende auto, de smart city. ‘Deze biënnale IABR is een pleidooi voor smart urbanism, met nieuwe richtinggevende beelden voor flexibele steden. We staan op de drempel van een nieuwe tijd.’
Ook in die nieuwe tijd gaan de kosten voor de baten uit – maar er worden grote besparingen en grote baten voorspeld in de ‘klimaateconomie’. Maarten Hajer noemt een bedrag van dertig triljoen (!) dollar dat de komende decennia zal worden geïnvesteerd in de aanleg van nieuwe en verbetering van bestaande infrastructuur in en rond steden. In het rapport Better Growth, Better Climatevoorspelt de Global Commission on the Economy and Climate dat investeren in verduurzamen van gebouwen, afval en transport in steden een besparing oplevert van 16,6 triljoen dollar.
Verduurzaming in de bankensector
Het zijn duizelingwekkende voorspellingen waar je moeilijk grip op krijgt. Maar ook dichter bij huis gaat het om veel nullen achter de komma. ABN Amro kondigde deze maand aan één miljard te stoppen in steun voor zakelijke klanten die hun panden willen verduurzamen. ING Real Estate denkt dat zijn klanten vijftig miljoen op hun onroerend goed kunnen besparen en biedt ze daartoe een gratis analyse en advies. En de Rabobank werkt samen met Meer met Minder, de Natuur- & Milieufederaties, en het ministerie van Infrastructuur en Milieu om vastgoedeigenaren een energiescan aan te bieden en financiering van de nodige ingrepen.
‘Zeker bij kantoorpanden die lang leeg staan denken eigenaren: het heeft me al zo veel geld gekost, moet ik daar nog méér tegenaan gooien?’ zegt Bas Rüter, directeur duurzaamheid bij de Rabo. ‘Maar het is in hun eigen belang, en dus ook dat van de bank. Een pand dat niet duurzaam is, is moeilijker te verhuren.’ De bank heeft het programma ‘Energieke regio’ mede opgezet, nu in tien regio’s in Nederland, en heeft gezien dat tachtig procent van de offertes die worden uitgebracht, ook wordt uitgevoerd – inclusief financiering door de Rabo.
Rüter merkt dat zakelijke klanten ontvankelijker zijn voor dit traject dan particulieren. ‘Niemand wil zijn vakantiegeld in de bouw van een spouwmuur stoppen. Het is domweg niet sexy. Nederland heeft sinds twee jaar een Nationaal Energiebespaarfonds, waar je tegen lage rente geld kunt lenen om je huis duurzaam te maken, maar van de tweehonderd miljoen die daar in zit is amper een kwart gebruikt. En de helft van de leningen is voor zonnepanelen, want daar kun je leuk over vertellen op een verjaarsfeestje, terwijl het isoleren van de vloer veel meer oplevert.’
Verdienen met duurzaamheid
De Rabobank gaat mensen die een hypotheek afsluiten niet alleen vragen of ze geld willen bijlenen voor de verbouwing, maar ook vragen of de kopers meteen bij die verbouwing ook hun energierekening naar beneden willen brengen. In de bankensector is er volgens Rüter nu wel consensus dat het financieren van duurzaamheid slimmer en makkelijker moet. Maar dat vergt wel andere regelgeving: ‘Bij een ingrijpende renovatie ben je pakweg vijftigduizend euro kwijt aan energiemaatregelen. De helft daarvan komt boven op de waarde van de woning, maar de andere helft zou een restschuld zijn als het huis snel weer wordt verkocht. Die restschuld mag de bank niet financieren. Ik vind dat die onder de Nationale Hypotheek Garantie moet vallen, bijvoorbeeld voor de eerste tien jaar. Dan wordt de lening goedkoper en het energieverbruik lager en versnellen we de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad met een factor tien! Zo simpel kan het zijn.’
Zo leidt de kans om geld te verdienen met duurzaamheid tot nieuwe (financiële) instrumenten en nieuwe producten. Het energiebedrijf van Harald Swinkels levert behalve elektra en gas – en straks tv, telefoon en internet – ook thermostaten en een app die je aan je slimme meter kunt koppelen. ‘We hebben nu 150.000 geregistreerde gebruikers die in het eerste jaar hun energieverbruik met vijf procent hebben teruggebracht. Kennelijk maakt de app het makkelijker, en leuker, om je hiermee bezig te houden.’

Credits: 401(K) 2012
NLE gaat ook Tesla’s als leaseauto aanbieden en verhuurt al zonnepanelen. ‘Ik merk dat jongeren een andere houding hebben ten opzichte van energie. Ze willen geen zonnepanelen bezitten maar wel iets voor het milieu doen, dus huren is prima. We zijn ook begonnen met het leveren van honderd procent Europese windstroom. Normaal gesproken weet je als klant niets over de herkomst van je energie, maar net als met ons voedsel vinden we de herkomst tegenwoordig belangrijk.’
De energiemarkt wordt volgens Swinkels nog steeds geleid door ingenieurs en technocraten met weinig gevoel voor de klant. Ze vinden grote krachtcentrales het summum van techniek en begrijpen niet dat de rest van Nederland dat niet meer wil. ‘Zodra we het probleem van de opslag van energie hebben opgelost gaat alles veranderen.’
The new normal
Dat duurzaamheid steeds meer the new normal wordt, heeft niet alleen maar voordelen. Architecten merken dat die in starre tekentafelregels wordt gegoten die hun doel voorbij schieten. ‘Was vroeger het enige criterium geld, nu is dat de EPC, de energie prestatie coëfficient’, zegt Dirk-Jan van Wieringhen-Borski van BNB Architecten. ‘Je krijgt voor allerlei energieconserverende maatregelen punten, maar dat zijn smalle technische oplossingen. De techniek ontwikkelt zich zo snel dat die over twee jaar al weer achterhaald zijn. Volgens mij is duurzaamheid meer dan een warmtewinningsputje in de douche en zonnepanelen die in de schuur blijven liggen. Juist flexibiliteit maakt een gebouw duurzaam in deze tijd van snelle technische verandering, en kwaliteiten als licht en lucht. Maar dat soort waarden, daar voorziet het EPC-puntensysteem niet in.’

Credits: Steve Grant
Dezelfde eenheidsworst ziet Wilma Kempinga bij het verduurzamen van scholen. Zij is mede-oprichter van Mevrouw Meijer, een ideëel onderzoeksbureau dat verbetering van de schoolarchitectuur nastreeft. ‘Er wordt alleen naar het energieverbruik gekeken, dus worden alle scholen op dezelfde manier aangepakt, door ze in een dikke jas van isolatie te verpakken en zo veel mogelijk techniek erin te stoppen. Gewoon een raam kunnen openzetten voor de ventilatie is er niet meer bij, je mag leerkrachten dat niet meer vragen en bewegende delen als ramen zouden zogenaamd kostenposten zijn.’ Kempinga is ervan overtuigd dat een raam minder onderhoudsintensief is dan een slecht ingeregelde installatie met filters waarvan de vervanging tienduizenden euro’s per jaar kost. ‘De enigen die beter worden van deze technocratische aanpak zijn de leveranciers van de installaties.’
Meer lezen?
- Klik hier voor meer blogs en columns over Stadsleven ‘Green Business’