Co-living als nieuwe woon/werk trend voor millennials

Wat speelt er aan de voorlinie in de stad? Elke donderdag vind je in het Stadsleven webmagazine een trend die je in de gaten moet houden. Vandaag: Stijgende huizenprijzen in grote steden als New York, Londen en Amsterdam dwingen jonge mensen tot het vinden van alternatieve woonvormen zoals co-living. Over de hele wereld wonen in je kantoor zonder eigen bezit, maar met de luxe van een hotel. Tracy Metz vertelde erover in KRO NCRV Radio 1 De Ochtend.

De nieuwe generatie: van co-working naar co-living

Co-working is inmiddels een ingeburgerde werkvorm in grote metropolen. (Jonge) mensen delen grote ruimtes waar iedereen achter zijn eigen laptop bezig is. Dat is leuker en inspirerender dan als zzp’er de hele dag in je eentje aan de keukentafel zitten. Bovendien worden in co-working spaces vaak ook buiten werkuren interessante borrels, lezingen en workshops georganiseerd, wat maakt dat de standaard werkdag van 9-5 vervaagt tot een continue staat waarin werk en privé in elkaar overvloeien.

Nu wordt de volgende slag gemaakt met de nieuwe woonvorm co-living: een combinatie van wonen én werken. In grote steden over de hele wereld worden huizen ingericht waar mensen een kleine slaapkamer huren, en de rest van het huis mogen gebruiken als woonkamer én kantoor. In Londen is The Collective dat op zes locaties co-living panden heeft. The Founder House heeft er vier in New York. ‘Roam’ is echt internationaal, met vestigingen in Bali, Miami en Madrid en straks in Londen, Tokio, Buenos Aires en San Francisco.

In Amsterdam specialiseert projectontwikkelaar AM zich in ‘micro-metropolitarian’ wonen: kleine betaalbare woningen met gemeenschappelijke voorzieningen. AM heeft al een ‘Friends’ House in Amsterdam-Noord gebouwd met appartementen voor twee huisgenoten. En in mei beginnen ze met The Lofts. Dat is een gebouw met huurappartementen met een gemeenschappelijke woonkamer, een bibliotheek met werkruimten, een wasserette en een gezamenlijk dakterras. Het grote verschil met de ‘echte’ co-living concepten uit het buitenland is dat bij de woningen van AM ervanuit wordt gegaan dat de huurders er een ruimere tijd wonen, in tegenstelling tot de co-living concepten die gericht zijn op een nomadische leefstijl. Nils de Lange schreef overigens een kritiek op Vice waarin hij betoogt dat millennials geen woonconcept, maar een huis willen.

Deze diashow vereist JavaScript.

Je koopt geen huis, maar een leefstijl

Bij co-living staat dus niet het wonen centraal maar je leefstijl. De bewoners zijn allemaal digitale nomaden die een tijdje ergens anders zitten, om te werken of voor hun plezier. De co-living huizen zijn ook niet bedoeld als permanente huisvesting, meer als een prettige, handige, gezellige voorziening voor een bepaalde periode. Zo kun je leven zonder eigen bezit, maar mét de luxe van een hotel. Kamers in The Collective zijn bijvoorbeeld voorzien van alle gemakken: niet alleen supersnel breedband internet, maar ook het verschonen van beddengoed, en een schoonmaakservice. De gemeenschappelijke ruimtes voelen als een mix tussen een koffiebar, hotel lobby, kantoor en woonkamer.

Deze co-living ruimtes worden dan ook geen woningen, maar ‘een transitional product’ genoemd. Het past bij de trend dat creatieve jonge mensen dankzij de laptop en internet overal op de wereld kunnen werken. Bovendien hechten ze minder aan spullen. Hun ouders hebben een kast met boeken en cd’s, jonge mensen hebben een kindle en een abonnement op Spotify. 

Overigens zijn de prijzen best hoog: Voor een kamer in The Collectie betaal je tussen de £250 en £450 per week, de prijzen van The Founder House variëren (afhankelijk van de locatie) tussen de $1200 USD – $1500 per maand en een week in één van Roam’s locaties kost $500. Het idee hierachter is dat je met deze prijs niet alleen woonkosten uitspaart, maar ook de huur van een kantoor. 

Deze diashow vereist JavaScript.

Maar wat houdt die ‘community’ in?

Het gelijkgestemde van de leefstijl is ook de grote factor waar de co-living spaces op inzetten in hun marketing. Niet alleen koop je een plekje waarmee je kunt werken waar je wilt met een luxe leefstijl voorzien van alle gemakken, maar je koopt daarbij ook een netwerk van mensen die wonen en werken op dezelfde manier. Zo is The Collective “a new way for young people to live in cities, designed to provide convenience, quality and a genuine sense of community.” En bij de Founder House “we create a community experience with events and networking opportunities.”

Archietct Jarrik Ouburg architect vergelijkt deze nieuwe Westerse vorm van wonen waarbij voorzieningen worden gedeeld met het wonen in Japan. In een stad als Tokyo zijn de vierkante meters ook schaars. Nakagin is een beroemde capsule-toren in Tokyo, ontworpen door de Japanse architect Kurokawa vanuit het ideaal van de ‘Homo Movens’, de nomadische mens, waarbij het individu een grotere rol zou gaan spelen in de maatschappij dan het gezin.

Nakagin is een viering van het individu. Twee Portugese architecten die in de toren hebben gewoond beschrijven hun ervaring als volgt: “We rarely see any of our neighbours, and despite having lived here for a few months, we’ve never come across anyone in the elevator… We have the impression that no one else lives in the building.” Er lijkt niet te zijn nagedacht over wat al deze individuen op een stukje grond van 430m2 in Tokio bij elkaar brengt, of wat hun gezamenlijke potentieel zou kunnen zijn. Op de begane grond zit een supermarkt, op de eerste verdieping een generieke kantoorverdieping, alleen de entreehal is een gemeenschappelijke ruimte. Momenteel zijn de capsules voornamelijk in gebruik als kantoor. De toren bevindt zich ondertussen in zodanig slechte staat dat het warme water is uitgevallen. Op het parkeerterrein is daarom een tijdelijke collectieve douche gemaakt waar mensen kunnen intekenen voor dertig minuten warm water. Toch nog een gedeelde functie.

Ouburg moedigt dan ook aan om in deze nieuwe manier van wonen een ‘osmose’ te ontwerpen waarbij elk appartement en elke bewoner zijn eigen identiteit heeft, maar in verbinding kan staan met het collectief en de stad. De gemeenschappelijke nomadische werk/woon -leefstijl van de bewoners in de nieuwe co-living concepten lijkt hiermee een goede onderlegger om tot contact te komen.

Maar de vraag blijft of dit contact ook daadwerkelijk leidt tot community. Om een community op te bouwen heb je tijd nodig om een vertrouwensband met elkaar op te bouwen en dat strookt minder met de vloeibaarheid van de co-living groepen die ingericht zijn op werk nomaden die weliswaar intensief deelnemen aan het collectieve, maar met een paar maanden ook weer vertrokken zijn, op naar de volgende co-living space. 

Meer lezen?

  • Ook in Dongen is een projectontwikkelaar bezig met Kickstrt, een project van 16 zelfstandige tiny apartments van 25 m2 gemiddeld waarbij in een gezamenlijke keuken (social Kitchen) kan worden gewerkt. 
  • Meer trends in De Stad Nu vind je hier.