Het is duidelijk: we moeten van een stad die draait op fossiele brandstoffen toe naar een post-fossil city. Maar hoe ziet deze stad eruit? Waaraan moet je denken bij het plannen van een post-fossil city die werkt op alle vlakken? Stadsleven stagiair Willemijn Oosterhof interviewde Duzan Doepel, architect, mede-oprichter van architectenbureau DoepelStrijkers en voormalig lector Sustainable Architecture bij het Kenniscentrum RDM over zijn idee van een post-fossil city: een stad waarin groen in overvloed is, vol met hoogbouw en functionerend als klimaatmachine.
Beken Blok, een woontoren met geïntegreerd groen [DoepelStrijkers]
Duurzaam als nieuwe standaard
Duzan Doepel emigreerde twintig jaar geleden uit Zuid-Afrika naar Nederland om voor een gerenommeerd bureau te gaan werken. In 2007 richtte hij samen met Eline Strijkers het bureau DoepelStrijkers op. Zijn Zuid-Afrikaanse achtergrond is bepalend geweest voor hoe hij architectuur benadert. Door de lokale problematiek, zoals het extreme klimaat, het tekort aan grondstoffen en de schaarste van banen voor de lokale bevolking werd hij uitgedaagd om zich een sociale, inclusieve en duurzame visie eigen te maken. Deze punten zijn nog steeds goed terug te zien in het werk van DoepelStrijkers en tegenwoordig staan zij met name bekend om het ontwikkelen van circulaire en inclusieve gebouwen en interieurs.
De transitie richting een post-fossiele stad is in volle gang. Dit staat in sterk contrast met twintig jaar geleden volgens Doepel. Er heeft een verandering in het denken en onze bewustwording plaatsgevonden. Vroeger moest hij anderen nog overtuigen. Duurzaam werd namelijk opgevat als “duur en langzaam”. Maar tegenwoordig is de wil er om duurzaam te bouwen, zeker met de opkomst van de circulaire economie. Daarnaast is er een besef dat “bouwen en wegwezen” niet meer van deze tijd is. Ontwikkelaars en ontwerpers worden steeds meer betrokken bij de exploitatie en onderhoudsfase van projecten waardoor nieuwe verdienmodellen mogelijk worden.
Hoe ontwerp je een duurzame stad?
Hoe bereiken we zo’n duurzame stad? Vijf jaar geleden heeft Doepel samen met de TU Delft de REAP methodiek opgesteld, wat staat voor Rotterdam Energy Approach & Planning. Het doel was om een gemeenschappelijke taal of methodiek te ontwikkelen die breed toepasbaar is op andere steden of gebieden. REAP bestaat uit drie stappen, een doordenking van de Trias Energetica die vanaf de jaren 80 als methodiek in gebruik was:
Stap 1: Reduceren van de vraag naar fossiele stoffen
Stap 2: Uitwisselen van reststromen
Stap 3: Duurzaam opwekken van energie
Door deze drie stappen te koppelen aan verschillende schaalniveau’s (zoals op gebouw-, kavel-, blok-, buurt of zelfs op stadsniveau) ontstaat er een matrix van oplossingen die per project anders kunnen worden toegepast. Door slimme ontwerpen te ontwikkelen op al deze schalen kan de vraag naar fossiele stoffen getemd worden. Doepel geeft een voorbeeld:
“Zorg dat je de stad als klimaatmachine gaat ontwerpen. We hebben voor Rotterdam een verdichtingsstrategie ontwikkeld waarin rekening gehouden is met de beweging van wind om de stad te koelen. Door volume en groen toe te voegen op strategische plekken kan je op een natuurlijke manier het microklimaat positief beïnvloeden, waardoor je energiebehoefte omlaag gaat.”
Door de ruimte van de stad zo te manipuleren, kan de stad zich losweken van zijn afhankelijkheid van energie. De stad als klimaatmachine reguleert en controleert dus door de efficiënte en slimme inrichting van gebouwen het energieverbruik.
Een volgend voorbeeld van Doepel illustreert het gebruik van reststromen:
“Een heel simpel voorbeeld is een supermarkt waarin veel koelmachines staan. Net zoals met een koelkast is het koud als je je hand binnen steekt, terwijl de achterkant van een koelkast warm is. Deze restwarmte zou je kunnen opvangen en kunnen gebruiken om woningen te verwarmen. Eén vierkante meter supermarkt zou genoeg warmte kunnen genereren voor zeven vierkante meter woning.”
Dergelijke methoden kunnen worden gebruikt in de transitie naar een post-fossiele stad.
Verdichting 010, een strategie om de stad te verdichten en vergroenen, ontwikkeld voor de IABR 2012 [DoepelStrijkers i.s.m. de Gemeente Rotterdam en Lap Landscape]
Groen door de hoogte in te gaan
Maar hoe ziet zo’n post-fossiele stad er dan uit? Twee onderdelen zijn hierbij belangrijk volgens Doepel, namelijk verdichting en het toevoegen van groen. Met verdichting bedoelt Doepel dat ruimte in de stad wordt gevuld, zowel lege plekken aan de oppervlakte als het bouwen in de hoogte. Rotterdam heeft vergeleken met Amsterdam nog een lage dichtheid en hierin zitten mogelijkheden. Dat kan aan de ene kant door nieuw te bouwen, met name het bouwen in de hoogte door woontorens. Maar aan de andere kant kunnen er ook woonlagen aan bestaande bouw worden toegevoegd, kantoren getransformeerd worden en op het water worden gebouwd. Daarbij zal er meer groen moeten worden geïntegreerd in de stad, bijvoorbeeld door groene daken te creëren (zoals Dakdokters) maar ook door in gebouwen en gevels groen toe te voegen. Denk bij de post-fossiele stad dus aan een compacte, hoge, gelaagde en groene stad.
Spring House, transformatie en up-topping van een oude blikfabriek op de Ruyterkade in Amsterdam [DoepelStrijkers (architectuur) i.s.m. MullervanTol (interieur)]
Een voorbeeld van een gebouw dat je zeker in de post-fossiele stad terug zou kunnen zien is de Dutch Windwheel, één van de projecten waar Doepel aan werkt. Het is een mega project: een iconisch, innovatief en vooruitstrevend voorbeeld van klimaatarchitectuur. Het is geïnspireerd door de innovatiekracht van de Nederlandse windmolen en de veranderende positie van Rotterdam als toeristische bestemming. De ambitie is dat de Windwheel een energiegenerator wordt die méér produceert dan hij verbruikt. Op die manier zal het de energie kunnen leveren aan de omliggende wijken.
Het gebouw heeft een vorm die optimaal de zon opvangt en het heeft bovendien een gigantische opening waar de wind doorheen kan blazen. “We willen er geen traditionele (draaiende) windmolen in hangen, maar op andere manieren oplossingen verzinnen voor duurzame vraagstukken.” aldus Doepel. Om erachter te komen hoe ze dat gaan doen hebben ze een innovatieprogramma opgetuigd waar 16 bedrijven aan deelnemen. Nieuwe duurzame technieken en circulaire verdienmodellen worden in een lokale fieldlab in Rotterdam getest. Denk bijvoorbeeld aan het onderzoeken van de mogelijkheden voor lokale energieopwekking, bijvoorbeeld door het efficiënt gebruik van zonlicht en hitte.
Dutch Windwheel, ‘IoT based Climate Architecture’ waarin de principes van ‘Building as a Service’ worden onderzocht en ontwikkeld door een breed consortium van bedrijven en kennisinstellingen [Initiatiefnemers: DoepelStrijkers, Meysters en Bloc]
Bekijk hier het TEDx filmpje, waarin Doepel de precieze werking van de Windwheel uitlegt:
Is een duurzame stad een sociale stad?
Om ervoor te zorgen dat een duurzame stad ook een stad is die voor iedereen toegankelijk is, is maatwerk erg belangrijk, aldus Doepel. Je moet niet een hele stad willen vervangen, maar je moet juist kijken naar de kwaliteiten van een gebouw of wijk en daar een strategie op afstemmen. Het is belangrijk om de sociale structuren in een wijk intact te houden, en zeker niet om met dure woningen bepaalde bewoners uit de stad te drijven.
Het lastigste wordt wellicht om de woningen in particulier eigendom in achterstandswijken te verduurzamen aangezien die geen middelen hebben om te investeren. Nieuwe collectieven moeten daarom worden ontwikkeld. Bijvoorbeeld waarin mensen de mogelijkheid hebben om in zonnepanelen te beleggen en mede-eigenaar te worden, of door collectief een zorgverzekering te regelen. Door deze collectieven kunnen de vaste lasten wellicht worden verlaagd waardoor ruimte zou kunnen ontstaan om collectief te investeren in de verduurzaming van woningen. Een collectieve aanpak zou dus de sleutel voor verandering kunnen zijn in deze wijken.
Meer lezen?
- Lees meer artikelen over dit onderwerp in ons dossier ‘Als de olie op is’.
- Tijdens de live talkshow Stadsleven ‘Als de olie op is’ van dinsdag 28 maart, 20.00-22.00 uur in de Balie bespreken we hoe het leven in de post-fossil city eruit ziet. Koop hier je kaartje.