Wat speelt er aan de voorlinie in de stad? Elke donderdag vind je in het Stadsleven webmagazine een trend die je in de gaten moet houden. Vandaag: Het International Social Housing Festival roept op tot aandacht voor de uiterst Nederlandse traditie van woningbouw. Een traditie die verloren lijkt te gaan, juist nu het hard nodig is.
Spanning tussen te vol en te leeg
Een International Social Housing Festival, het klinkt alsof er wat te vieren valt. Niets is minder waar. Het festival over sociale woningbouw wordt juist georganiseerd omdat er in de succesvolle steden als Utrecht, Den Haag en Amsterdam een enorm tekort is aan woningen. En omdat de woningbouw – anders dan begin vorige eeuw – steeds meer aan de markt wordt overgelaten.
Het gekke is dat er tegenwoordig ook veel te doen is over het tegenovergestelde fenomeen: namelijk de krimp aan de randen van het land. Doordat zoveel mensen naar de stad wegtrekken zijn er juist te veel woningen. In Heerlen bijvoorbeeld vieren ze feest als er overtollige woningen worden gesloopt, dat noemen ze een ‘slopening’.
De spanning tussen te vol en te leeg is niet speciaals iets Nederlands. Over de hele wereld trekken mensen naar de stad en loopt het platteland leeg. Daarmee wordt de vraag steeds dringender hoe je al die nieuwkomers op een betaalbare manier gaat huisvesten – studenten, laptopnomaden, expats, asielzoekers, gezinnen, mensen aan het begin van hun carrière. Vandaar dus dit ‘festival’.
De Nederlandse traditie van sociale woningbouw
Nederland heeft van oudsher een sterke traditie heeft van bouwen voor mensen met weinig geld. De Nederlandse traditie van sociale woningbouw begon in 1901 met de Woningwet. Die moest een eind maken aan de erbarmelijke woonomstandigheden van het proletariaat. Die sociale woningbouw is echt de weerspiegeling van een diepe idealistische overtuiging, dat je met goed en mooi en ook gezond wonen het volk kon verheffen. Dat zie je heel mooi in de Spaarndammerbuurt, waar de architecten echt uit hun dak gingen met prachtig metselwerk en wulpse vormen in baksteen.
Veel landen hebben natuurlijk programma’s om betaalbare woningen aan te bieden, maar Nederland onderscheidt zich met de bouw van woningen – soms mooi, soms ook wel schraal – op mooie plekken voor mensen met weinig geld. Een traditie om te koesteren.
Die Amsterdamse School-gebouwen in de Spaarndammerbuurt zijn nu het schoolvoorbeeld van de verheffing van de arbeider door goede woningen. In één van de woonblokken, ‘Het Schip’ van architect Michel de Klerk, zijn een paar woningen zijn samen met het oude postkantoor en een voormalige school als museum ingericht, Museum Het Schip, een initiatief van historica Alice Roegholt. Dit is nu – heel toepasselijk – het centrum van het festival.
Sociale woningbouw, sociale stad
‘Betaalbare huisvesting vandaag, betere gemeenschappen morgen’ is het motto van het festival. Dat klinkt een beetje stichtelijk, maar zo is het wel. Want eigenlijk wil niemand in een stad wonen waar alleen maar plek is voor rijke mensen en lege pied à terres voor nóg rijkere mensen, en waar je overal damestasjes kunt kopen maar nergens een doosje spijkers.
Meer lezen?
Meer trends in De Stad Nu vind je hier.