door Tracy Metz
De Zuid-Limburgse stad Heerlen heeft veel tijd, geld en moeite gestopt in het verfraaien van de stad door middel van muurschilderijngen. Verfraaien is eigenlijk niet het goede woord: voor een stad die al decennia wordt geteisterd door de sluiting van de kolenmijnen, het drugstoerisme, krimp en de recente crisis zijn de schilderingen een psychologische reddingsboei om de inwoners iets te geven waar hun stad een identiteit aan ontleent, en waar ze trots op kunnen zijn.
Of dat als economische strategie heeft geholpen, zullen we tijdens de live talkshow Stadsleven op 26 september horen van Volmar Delheij, regionaal bestuurder en lid van de Stichting Street Art. Vast staat wel dat Heerlen hierdoor roem heeft vergaard als een Europees knooppunt voor street in Europa. De stad heeft inmiddels een ‘verzameling’ aangelegd van werken van street artists uit de hele wereld. Sommige zijn één muur of één viaduct groot, andere bedekken hele kopgevels van ruim dertig meter hoog.
Ik loop met Delheij door het project Gallery XXL aan de Heerlerbaan, een wijk uit de jaren zeventig met grote hoge flats in het groen. Het voelt nu als een verouderd stedenbouwkundig concept, en de flats waren ook verouderd, vertelt hij. ,,De keuze was óf sloop, óf een investering van 20 miljoen. De gemeente, de woningcorporatie en de Stichting Street Art hebben de handen ineen geslagen om met bouwkundige verbeteringen én schilderingen de buurt een opsteker te geven.” Epicentrum van het overleg over de schilderijen was het buurtcentrum voor bejaarden – een ongekende bruisende activiteit daalde daar neer!
De eerste schilderingen in deze wijk waren zwart-wit; dit jaar zijn daar op andere flats vier in kleur aan toegeveogd, volgend jaar worden de laatste vier opgeleverd.
Het volgende grote project waarbij street art als catalysator voor een wijk wordt ingezet, is de wijk Aurora, een grote klont van 228 sociale woningen die niet zo beste reputatie hebben. Het Spaanse kunstenaarsduo Pablo en Juan hebben daar een kleurrijk grafisch patroon voor bedacht, dat aan het werk van Dré Uhrhahn in de favela’s van Brazilië doet denken.
Curator van Gallery XXL aan de Heerlerbaan is de Engelse antropoloog Rafael Schachter. Hij is veel sceptischer over de manier waarop street art door projectontwikkelaars wordt misbruikt om nieuwe wijk een hip tintje te geven – als verkoopmidddel, kortom. Tijdens het symposium ‘Centriphery’ in Heerlen gaf hij een lezing over de bedreigingen aan het adres van de kunstvorm die hem zo na aan het hart ligt; in 2008 was hij co-curator van een tentoontelling over street art in het Tate Modern, en zijn nieuwste boek heet ‘Street to Studio’.
,,Street art en graffiti zijn begonnen als een vorm van verzet tegen de bestaande orde”, zegt hij. ,,En nog steeds hangt die aura eromheen van ruig en autonoom en authentiek – dat noem ik the esthetic of transgression. Maar het wordt op veel plaatsen nu ingezet om een vals stedelijk gevoel te creëren, een identiteit, ook op plekken waar nog helemaal geen context is, die zelfs nog moeten worden gebouwd. Street art moet oppassen dat het alleen een kleurrijke decoratie wordt, zonder diepgang.”
Waarom toch in Heerlen aan de slag? Schachter: ,,Omdat de mensen erachter onafhankelijk zijn en omdat er geen winstmotief achter schuil gaat. Hier wordt street art gebruikt om de stad aan de inwoners tegen te geven.”