Door Tracy Metz
De rillingen lopen me over de rug als ik zo’n berichtje in de krant lees: man na x maanden dood gevonden in zijn huis. (Meestal zijn het mannen). What a way to go, denk ik dan. Niemand had hem gemist, niemand kwam op het idee om aan te bellen of iets door de brievenbus te roepen. Zo kan het ook gaan met buren: je buurman ligt dood naast je en je merkt het niet eens.
Op een eenzame dood volgt een eenzame uitvaart. Maar goddank staat daar iets moois tegenover, het toppunt van mededogen en beschaving: de groep dichters die voor degene die in eenzaamheid is gestorven, een gedicht schrijven en dat op de begrafenis voorleest. En ook de dode naar het graf vergezelt, zoals we op deze foto zien. Tegenover de anonimiteit bij het sterven staat de intimiteit van het dichten voor een onbekende.
Hier besta ik
Fotograaf en kunstenaar Bianca Sistermans en interviewer en schrijver Hester van Hasselt hebben een boek gemaakt, ‘Hier besta ik: In eenzaamheid gestorven’ waarin ze twaalf dichters interviewen en portretteren. Verspreid door het boek staan er abstracte foto’s door Sistermans die associaties oproepen met het thema. Het boek is vijf jaar in wording geweest en is als prachtig verzorgde gebonden uitgave bij Querido verschenen.
Hoe kwamen ze hiertoe? ,,Ik volgde voor een ander project F. Starik als stadsdichter,” vertelt Sistermans, ,,en van hem hoorde ik over deze groep dichters die zich ontfermen over de eenzame uitvaarten.” Van Hasselt werkte al af en toe in de uitvaartwereld, om namens families te spreken of om medewerkers te trainen. Sistermans en Van Hasselt hadden al eerder samengewerkt en wilden graag samen iets betekenisvols maken. “Iets met poëzie en de dood.”
Maatjes
Om zich ook sociaal-maatschappelijk met het onderwerp te verbinden hebben ze zich bij het Rode Kruis opgegeven als ‘maatjes’ voor eenzame mensen. Ze ontmoetten twee oudere vrouwen. ,,De grootste schok”, zegt Van Hasselt, ,,was dat ze beiden op maar een paar minuten van mijn eigen huis woonde. Ik had geen idee hoe wijdverbreid de eenzaamheid is.”
Het initiatief is in Groningen ontstaan, bij stadsdichter Bart FM Droog. Starik hoorde het op de radio en heeft in Amsterdam een groep dichters bij elkaar gebracht die op afroep beschikbaar zijn. Intussen zijn er ook groepen in Utrecht, Den Haag, Antwerpen en Leuven. En intussen is F. Starik zelf overleden. Maar die uitvaart was niet eenzaam.
Boven: Eenzame uitvaart op de begraafplaats Schoonselhof in Antwerpen. Achter de lijkwagen lopen dichter en coördinator Maarten Inghels en dichter Joke van Leeuwen.
Onder: dichter F. Starik aan zijn bureau om een verslag te schrijven van een eenzame uitvaart
(Foto’s Bianca Sistermans)
In het interview in het boek toont F. Starik zich van zijn droogkomische kant, zonder dat hij oneerbiedig overkomt. ,,Het is toch raadzaam om de overledene een kontje naar God te geven,” zegt hij, “waarmee ik niet zeg dat God bestaat.” Bang voor de dood is hij zelf geenszins. Hij haalt zijn zoon aan die Pokémon speelde op de computer. “Aan het eind van iedere game schalde door het huis: ‘Heb je gedaan wat je wilde doen? Dan kun je nu afsluiten’.”
Lees hier het interview: http://sistermansvanhasselt.com/een-kontje-naar-god/.
In het boek is dit gedicht van hem opgenomen:
N.N.
Iedereen kent ze: de grauwe ruiten
Die als doffe ogen in de gevels hangen
De gesloten leden, de moeie lappen
Waarachter onzichtbare mensen wonen.
Iedereen kent ze: de onzichtbare mensen
Die op banken en bedden liggen, achter
Deuren zonder naam erop, iedereen kent ze,
De deuren, de ramen, niet de mensen.