door Esther Wienese
Het was stralend weer in de eerste weken van de lockdown. Ik zat op mijn balkon in hartje Rotterdam en genoot. Van de doodstille straat zonder uitlaatgassen, van de egaal blauwe hemel zonder vliegtuigstrepen, van het prille groen in de voorjaarskruinen van de bomen en van de frisse, pure buitenlucht.
Een dissonant in het plaatje was de levenloze flat aan de overkant van de straat. Hoe fijn zou het – juist in deze coronatijd – geweest zijn als het dak daarvan al geschikt was om te zitten, te zonnen, te werken, te sporten en met de buren te kletsen.
18,5 miljoen m² plat dak
Net als elke grote stad in de wereld moet Rotterdam de komende decennia dealen met bevolkingsgroei (70% van alle mensen woont straks in de steden; 50% woont alleen), de effecten van de klimaatverandering (te nat, te droog, te warm) en de energietransitie (van fossiel naar zon en wind). Rotterdam kijkt voor oplossingen naar de daken. De deltastad heeft de meeste platte daken van Nederland: 18,5 miljoen m² ligt smachtend te wachten op invulling. Daar gaan we aan werken, ik als ‘Dakendiva’ samen met de stichting Rooftop Revolution en met steun van de gemeente. In de pilot Wijkaanpak Daken gaan wij op zoek naar Rotterdammers die in hun wijk met de daken aan de slag willen.
Groen-blauw-rood-gele daken
Daken kunnen worden omgetoverd tot oases van natuur (in vakjargon: groene daken), regenwateropvang (blauwe daken), wonen, werken, recreëren (rode daken) en duurzame energieopwekking (gele dak). De voordelen zijn legio: groene daken gaat twee keer zo lang mee als zwarte daken; een groen-blauw dak koelt je huis en koelt de stad; een groen dak draagt bij aan biodiversiteit en het verminderen van Co2- en fijnstof; op een groen-rood dak kunnen mensen elkaar ontmoeten; een geel-groen dak levert meer rendement dan zonnepanelen op een zwart dak; en last but not least: uitkijken op groen is goed voor onze gezondheid.
Ondanks alle voordelen gaat de ontwikkeling van ‘dakoases’ veel te traag. De daken zijn van particulieren, vve’s, woningcorporaties, bedrijven en gemeenten. Het gros van de dakeigenaren heeft geen idee wat er kan met een dak, laat staan dat ze weten waar te beginnen met de ontwikkeling ervan. Daarbij kost de aanleg en het onderhoud van een groen-blauw-rood-geel dak – ondanks gemeentelijke subsidies – meer dan simpelweg een nieuw laagje bitumen erop.
Pilot Wijkaanpak Daken
Om de daken te ontwikkelen is het zaak ze van de mensen te maken. Vandaar deze zomer de pilot Wijkaanpak Daken. We beginnen in het Hoogkwartier, Middelland, Het Nieuwe Westen en Bloemhof. Deze wijken zijn gekozen in overleg met de gemeente, omdat vooral hier wateroverlast en hittestress voorkomen én omdat ze onderling verschillen qua bebouwing en bevolking.
Zo doen we in de pilot zoveel mogelijk kennis op over wat er leeft bij de verschillende dakeigenaren, waar de kansen liggen en hoe we daar het beste bij aan kunnen sluiten. Met de lessons learned kan de groene ‘rooftop revolutie’ worden uitgerold over heel Rotterdam en wie weet over heel Nederland.
Wijkaanjager
Elke wijk heeft z’n eigen ‘wijkaanjager’, een enthousiaste bewoner die de wijk goed kent en wil meewerken aan een goede, gezonde, fijne leefomgeving. In mijn woonwijk Hoogkwartier ben ik die wijkaanjager. Samen met de bewoners gaan we hier de kansen onderzoeken voor een combinatie van verdichten en verduurzamen. Daarbij starten we bij een individu met een wens, en kijken we vervolgens of we kunnen opschalen naar straat- of wijkniveau.
Eén bewoonster bijvoorbeeld zou op het garagedak grenzend aan haar appartement graag een groen dakterras krijgen. Wij gaan de andere bewoners en de dakeigenaar betrekken en kijken of we in één keer alle garagedaken groen-blauw-rood kunnen maken.
In het blok ernaast is de bewoonster van de bovenste etage al jaren bezig met plannen voor een opbouw in combinatie met een groen dak en zonnepanelen. Ze krijgt het niet van de grond, want als zij het alleen doet zijn de kosten veel te hoog. Samen gaan we onderzoeken of we dit voor alle topappartementen tegelijk kunnen doen met een gezonde business case.
Dichtbij huis
In deze tijd van corona wordt ‘thuis’ steeds belangrijker. Mensen hebben behoefte aan extra woon/werkruimte en buitenruimte. Via de daken kunnen we allemaal dicht bij huis bijdragen aan de ontwikkeling van groene, gezonde, mooie, veilige en sociale steden. Dat is goed voor ons eigen levensgeluk, goed voor steden en goed voor onze planeet.
Esther Wienese is oprichter van het bedrijf DakenDiva en auteur van ‘Het Rotterdamse Dakenboek: Nieuw gebruik van dak en stad’ (nai010 Uitgevers). Zie ook estherwienese.nl en www.rooftoprevolution.nl/rotterdam/