door Tracy Metz
‘Van dak naar dak naar dak’ is het motto van het Amsterdamse ROEF Festival. Hier in Antwerpen is het letterlijk zo: ik loop achter community manager Adje van Oekelen aan, via loopbruggen van dak naar dak naar dak, bovenop de pakhuizen van PAKT, een stadsoase in het Groenkwartier van Antwerpen.
PAKT begon tien jaar geleden als een herontwikkeling van een oud militair domein dat intussen een bouwbedrijf was geworden, vertelt Adje. “Twee broers kochten het in 2006 om het tot lofts te renoveren, maar na tien jaar hadden ze nog steeds geen vergunning. Omdat ze een boete moesten betalen vanwege de leegstand hebben ze het dan maar omgezet in een plek voor creatieven, muziek, kunst, ngo’s en verwante bedrijven.”
Op een heerlijk besloten plein tussen de wanden van baksteen en hout zijn er zitjes voor de horeca. In de gebouwen eromheen vind je een sportschool, een koffiebranderij, een studio voor reclame en grafische vormgeving – alles bij elkaar 30 ondernemers. Onderdeel van het verhaal was de ontwikkeling van de daken tot ‘actieve groen’, dat wil zeggen de teelt van groenten door mensen uit de buurt. En er is meer: Brama-kippen die zich op deze zonnige ochtend in het stofbad wentelen, een aquaponics-installatie waarin graskarper wordt gekweekt, en bijenkorven.
“De bijen doen het hier beter dan op het platteland,” vertelt Adje. “Bijen moeten binnen een straal van 3 kilometer hun eten vinden, en de stad biedt meer diversiteit dan het platteland van tegenwoordig.” Vorig jaar leverde de bijenkolonie 200 kilo honing op.
Een stuk van het tweede dak is apart gezet voor het nabijgelegen überhippe restaurant The Jane, dat hier zijn eigen kruiden en eetbare bloemen teelt. Daar hoort ook een testkeuken bij en een ruimte voor private dining. In de planning zit ook een vergaderruimte op het dak voor de bedrijven die in de pakhuizen zitten en de daken steunen. Ze maken het ook mogelijk om elke maand een workshop te houden voor kinderen van 10, 11 jaar van twee scholen in de buurt.
De teelbakken staan langs de dakranden op handige werkhoogte, en zorgen er meteen ook voor dat niemand eraf kan vallen. De bovenste bak bevat de aarde en de planten, de bakken eronder vangen regenwater op. De planten worden met het eigen compost bemest. Ze wilden niet met zakken mest gaan strooien en alles met kraanwater bevloeien. “We hebben een circulair klimaatsysteem ontwikkeld waar de conventionele landbouw wel iets van kan leren,” zegt Adje. “We doen hier niet aan high-tech urban farming, het is hier gewoon boerenverstand.”
Adje is boerendochter en kan het weten. Hiervoor werkte ze bij een bedrijf dat biologische boeren helpt land te vinden voor hun bedrijf. In 2017 was ze mede- Nu is ze fulltime bij PAKT, mede uit overtuiging dat het anders moet met onze voedselvoorziening. “Er is een enorme kloof tussen de gangbare landbouw waarin alles grootschalig en convenient is, en het hobbyen op een klein dak. Het is hobby of giga, de middenschaal is eruit.” PAKT probeert de boeren van buiten de stad een gezicht te geven, door hun producten te verkopen via het eigen platform en wekelijk een boerenkraam te hosten met groenten en eitjes. “wij ondersteunen de korte keten.”
De ongeveer 150 ‘dakboeren’ komen uit de buurt en delen de oogst, maar wat ze hier zoeken loopt uiteen. De ene helft wil tuinieren, zelf groenten kweken en iets bijleren; de andere helft komt voor de rust en gezelligheid. Sommigen hebben dus vieze nagels, anderen komen vooral op een strobaal zitten bij de vrijmibo. Allebei goed, vindt Adje. ““Dakboeren is nu eenmaal verlieslatend. Dan ook Het is hier vooral een inclusief sociaal experiment.” Dat geldt niet alleen voor de dakboeren, voegt ze eraan toe, maar ook voor de eigenaren Jozef, Ismael en Stefan: “Zij hebben een weg afgelegd van een rol als klassieke vastgoedontwikkelaars naar circulaire ondernemers.”
Op 18, 19 en 20 september vindt in Antwerpen het DAKkan festival plaats, waar PAKT ook onderdeel van uitmaakt.